Gepubliceerd op 02-09-2018

Gaarheid

betekenis & definitie

GAARHEID, v. de hoedanigheid van gaar; de toestand van iets dat voldoende toebereid, inz. genoeg gekookt, gestoofd, gebakken of gebraden is: de gaarheid van koper; vlas nog niet tot volkomen gaarheid gekomen; gaarheid van aardappelen, brood, groenten.

< >