Gepubliceerd op 24-02-2020

Friesch

betekenis & definitie

Het begrip friesch heeft 2 verschillende betekenissen:

1. friesch - FRIESCH, bn. wat op Friesland of de Friezen betrekking heeft;
— de Friesche taal, de taal der Friezen;
er zit een Friesche kop op, hij is zeer stijfhoofdig;
— Friesche ruiters, (krijgsk.) vier-, zes- of achthoekige balken van 2 à 3 M. lengte, met ijzeren of houten pennen, om ingangen te versperren; Friesch groen, zekere verfstof.

2. friesch - FRIESCH, o. de Friesche taal.