FRANJEPOOTEN, m. mv. geslacht der strandloopers (phalaropus) bij welke de drie voorteenen door een gelobd of glad vlies omzoomd zijn; hun vaderland is het hooge noorden van de Oude en de Nieuwe Wereld;
— de rosse franjepoot (phalaropus rufus), des winters hier te lande wel eens voorkomende.