FIDEEL, bn. bw. (-er, -st), vroolijk, opgeruimd, aangenaam van humeur, niet krenterig of kleingeestig een fideele kerel;
— gezellig: fideel bijeenzitten, fideel kouten; fideel met iem. omgaan, loyaal, trouw en openhartig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: