Gepubliceerd op 02-09-2018

Eigenaardig

betekenis & definitie

EIGENAARDIG, bn. en bw. een eigen, een bijzonder karakter dragend: een eigenaardigen stijl {schrijven);

— een eigenaardige jongen, die iets bijzonders heeft;
— iets eigenaardigs heeft hij over zich, iets bijzonders, ook een eigenaardig karakter;
— een eigenaardigen stempel dragen;
— passend, geschikt: dat is geen eigenaardig geschenk voor hem; op oudejaarsavond uit te gaan vind ik niet eigenaardig?
— opmerkenswaard door iets bijzonders: een eigenaardig gezegde, gebruik; eigenaardige gewoonten; *t is wel eigenaardig;
— toch eigenaardig het verdient de aandacht:
— op eene bijzondere wijze zich eigenaardig uitdrukken; hij kan zoo eigenaardig handelen, zoo geheel anders dan de meeste menschen doen.
EIGENAARDIGHEID, v. (...heden), hij heeft zulke eigenaardigheden, gewoonten hem kenmerkende.