EGGEN, (egde, heeft geëgd), (landb.) met de egge arbeiden; -
— (spr.) er is met hem te eggen noch te ploegen, men kan met hem niet opschieten, men kan ’t hem nooit naar den zin maken. EGGING, v. (landb.) het eggen. EGGER, m. (-s), die egt..
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: