Gepubliceerd op 02-09-2018

Duik

betekenis & definitie

DUIK, m. (gew.) (kaartsp.) kaarten die bij het geven overblijven en die met de keerzijde naar boven op een hoopje worden gelegd. Bij het eene spel blijft deze duik onaangeroerd, bij een ander weder mag hij die nieuwe kaarten meent noodig te hebben om er zijn spel mee te verbeteren, er van den duik afnemen. Vgl. stok.

< >