Gepubliceerd op 02-09-2018

Dubbeltje

betekenis & definitie

DUBBELTJE, o. ( s), zilveren muntstukje ter waarde van twee stuivers of tien cent;

hij heeft de dubbeltjes, het geld;
— 't is om de dubbeltjes te doen;
— zoo ziet men weer hoe een dubbeltje rollen kan, welk eene onverwachte wending eene zaak, iemands lot nemen kan;
— ’t is een dubbeltje op zijn kant, er is niet de minste zekerheid van slagen, (ook) 't hangt geheel van ’t toeval af.