DOOPAKTE, v.(-n);
...ATTEST, o. (-en), doopceel.
DOOPBAARS, m. (...baarzen), waterbaars;
...BEDIENING, v. bediening van den doop, door een geestelijke;
...BEKKEN, o. (-s), waterbekken bij den doop gebruikt;
...BELOFTE, v. (R. K.) belofte door den doopeling (doopheffer) bij het doopsel afgelegd;
— belofte aangaande de opvoeding van een kind, door de ouders bij den doop afgelegd;
...BEURT, v. (-en), predikbeurt waarbij gelegenheid is, kinderen te laten doopen;
...BOEK, o. (-en), register, door den predikant of pastoor gehouden van al de kinderen die in zijne kerk worden gedoopt (vóór 1811 wettig bewijsmiddel);
...BRIEFJE, o. (-s).