Het begrip domino heeft 2 verschillende betekenissen:
1. domino - DOMINO, m. (-’s), lange (zwarte) mantel met kap of puntmuts, voor gemaskerd bal; persoon die hem draagt.
2. domino - DOMINO, o. (-'s), spel met 28 zoogenaamde steenen van ivoor, been of hout, die op één zijde met oogenof punten zijn gemerkt (van dubbel blank tot dubbel zes), alzoo genoemd, omdat ieder speler tracht domino (heer of meester) te worden, d. i. zijne steenen het eerst af te zetten; domino zijn, al zijne steenen afgezet hebben;
— BORD, o. (-en),
— PLANKJE, v. (-s). waarop men domino speelt;
— SPEL, o. (-len). j