Gepubliceerd op 02-09-2018

Dobbelen

betekenis & definitie

DOBBELEN, (dobbelde, heeft gedobbeld), met dobbelsteenen werpen om daarvan winst of verlies te laten afhangen;

— (van jongens op straat) om centen spelen, waarbij ’t toeval winst of verlies bepaalt; grof spelen;
ongelukkig dobbelen, tegenspoed hebben;
— (spr.) tegen twaalf oogen dobbelen, gevaar loopen, dat men zijn doel niet zal bereiken;
— de zieke dobbelt tegen twaalf oogen, zal een harden dobbel hebben.