Gepubliceerd op 01-09-2018

Comptant

betekenis & definitie

COMPTANT, CONTANT, bn. gereed, baar: comptant geld; dat is zoo goed als comptant geld, zeer solide;

— comptante betaling, geschiedt dadelijk (ook wel binnen eene maand); ook een contante handel;
— contante zaken, (effectenhandel) waarvan de levering en betaling binnen vier dagen geschiedt; ook contante oplevering, binnen 21 dagen te leveren;
— à comptant (contant) of comptant koopen, verkoopen, tegen onmiddellijke betaling;
— het comptant, het comptante geld.