CON, voorz. met; con affetto, (muz.) aandoenlijk, roerend;
— con affiizione, (muz.) droevig, zwaarmoedig;
— con amore, met liefde of lust, met toewijding; iets con amore doen, met liefde, met toewijding;
— con brio, (muz.) met vuur, met gloed;
— con esprezzione, (muz.) met uitdrukking, nadrukkelijk;
— con fuoco, (muz.) met vuur, levendig;
— con graviia, (muz.) met waardigheid;
— con grazia, (muz.) met bevalligheid;
— con moto, (muz.) vlug en met kracht, levendig.