Gepubliceerd op 01-09-2018

Cement

betekenis & definitie

CEMENT, o. poedervormige stof, als metselspecie of als pleister gebruikt, die in het water en de lucht snel steenhard wordt; ook dienende om verschillende voorwerpen van kunst te vervaardigen;

— natuurlijk cement, tot poeder gemalen vulkanische gesteenten die met kalk of water vermengd worden;
— kunstmatig- of kunstcement, verkregen door het branden en fijnmalen van innige verbindingen van kalk en kleiachtige stoffen;
— hydraulisch cement, cement dat onder water snel hard wordt, bij waterwerken gebruikt;
— Portland-cement, oorspronkelijk een mengsel van klei uit de Medway met krijt, zoogenoemd omdat het de kleur van Portland-steen heeft;
— Romeinsch cement, gebrand van kleiachtige kalk van de oevers van de Theems;
— (fig. in dichterlijke taal) band, innige verbinding, kracht: geloof is het cement der kerk;
— kit, een bindmiddel;
— eene stof die op cement gelijkt, o. a. om holle kiezen te vullen; ook de beenachtige laag om de wortels der tanden;
— stof waarmede men een metaal laat gloeien teneinde bepaalde stoffen daarmede te verbinden: houtskool is het cement om ijzer in staal te veranderen;
— residu bij zekere bereidingswijze van zuren.