Gepubliceerd op 01-09-2018

Canapé

betekenis & definitie

CANAPÉ, v. (-’s), meubelstuk om op te zitten of te liggen, eenigszins in den vorm van eene lage, breede bank, van achteren en aan ééne of beide zijden met leuningen en van binnen met opgevuld trijp overtrokken;

—KLEEDJE, o. (-s), kleedje voor eene canapé;
—KUSSEN, o. (-s), een der beide kussens die elk tegen eene zijleuning liggen;
—TAFEL, v. (-s).

< >