Het begrip braam heeft 3 verschillende betekenissen:
1. braam - BRAAM, v. (bramen), de rand van gesneden papier, met beitel of zaag bewerkt hout, gegoten lood, metselvoegen enz.; inz. spoor van het slijpen (op een mes of schaar): de braam afnemen, het omliggende kantje, tengevolge van het slijpen, wegnemen;
— (grav.) het ruige opstaande randje dat zich bij het graveeren op metaal om de sneden zet;
— het afdruksel van dit randje op de gravure: een exemplaar met veel braam.
2. braam - BRAAM, v. (bramen), braambezie; braamstruik, Braampje, o. (-s).
3. braam - BRAAM, m. (bramen), vischsoort, zeebrasem of zeebliek (brama raii).