Wat is de betekenis van braam?

Het begrip braam heeft 4 verschillende betekenissen: 1) braambes. donkerblauwe tot paarszwarte, eetbare vrucht van de braamstruik, die bestaat uit kleine vruchtjes die samen een cluster vormen rond een kern; braambes. 2) braamstruik. doornige struik van het geslacht Rubus, die braambessen voortbrengt en voornamelijk groeit langs boss...

Zie Abraham

braam - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Rubus, braamstruik 2. (fruit) Rubus, vrucht van de braamstruik die zwart van kleur is ♢ Bramen zijn zwart van kleur, braambozen zijn zoeter en roder. 3. beschadiging op een (metaal)oppervlak waardoor het minder glad is ...

1. Patroniem in onverbogen vorm bij de voornaam Braam uit Abraham, een Hebreeuwse naam waarschijnlijk met de betekenis 'de (goddelijke) vader is barmhartig' of 'de vader is verheven' (Abram). 2. Daarnaast eventueel als voorzetselloze vorm evenals Van Braam verwijzend naar een plaats Braam; vgl. (den) Braam bij Haaksbergen, in 1600 Braam Janshuis be...

braam - zelfstandig naamwoord 1. zwarte vrucht die uit piepkleine bolletjes bestaat ♢ in augustus zijn de bramen rijp 2. oneffen rand aan een schaats ♢ er zaten allemaal bramen aan de pas geslepen schaats...

a. Vrucht. Donkerrode zamelvrucht en verwant aan de framboosen moerbei. Komt zowel gekweekt als in het wild voor.Verkrijgbaar van half juli tot half september. b. Vis. De braam of Atlantische braam, Brama brama, is eenbraam uit de familie Bramidae, die voorkomt in de AtlantischeOceaan, de Grote Oceaan, op een diepte tot 1000 meter. Een volwassen vi...

Rubus fruticosus: De braam is een krachtig groeiende struik die door zijn rankende groeiwijze goed als leiplant is te gebruiken. De te koop aangeboden bramen zijn kruisingen van de wilde vormen. De takken zijn gedoornd, maar er zijn ook doornloze kweekvormen. De braam bloeit aan de zijtakken van tweejarig hout. Hieraan ontwikkelen zich de bloemen e...

De braam wordt geïnterpreteerd als seksueel symbool van de bitterzoete verleiding, waarbij de doornen van de struik niet buiten beschouwing zouden blijven.

Braam, Jacob Andries van, Nederlands koloniaal bewindsman, *26.1.1771 Chinsura, +12.5.1820 Batavia. Van Braam werd in 1808 resident in Solo; hij volgde in 1809 → Buyskes op als vice-president van de → Raad van Indië. Van Braam verliet in 1811 Indië na de overdracht aan de Engelsen. Hij nam in 1816 namens de Nederlandse regering → Suriname en in de...