BOVENKOMEN, (kwam boven, is bovengekomen), aan de oppervlakte van het water komen de drenkeling is tweemaal bovengekomen;
— (bij eene worsteling) boven iem. op den grond komen te liggen;
— (van aandoeningen en gezindheden) in iem. opwellen, in zijn bewustzijn komen de oude vriendschap kwam weer boven.