BOVENHAND, v. (-en), (w. g.) de rugzijde der hand;
— (fig.) de bovenhand krijgen, den meesten invloed krijgen, (ook) winnen, zegevieren;
— de bovenhand hebben, den meesten invloed hebben, (ook) het meest uitkomen, naar voren komen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: