Gepubliceerd op 01-09-2018

Botsing

betekenis & definitie

BOTSING, v. (-en), stoot, schok;

— (nat.) de leer der botsingen, deze beschouwt de gevolgen van het tegen elkander stooten, inz. in betrekking tot richting en snelheid der terugkaatsing;
— (fig.) het heftig tegen elkander aankomen (van voertuigen, menschenmenigten, ideeën, plannen, machten enz.) botsing van twee treinen; de stakers kwamen in botsing met de politie; te Quaire-Bras kwam het tot eene botsing, tot een treffen, een gevecht;
— die menschen moesten met elkander in botsing komen, in onaangenaamheden, in twist komen, hunne karakters, hunne belangen liepen te veel uiteen.