Wat is de betekenis van Botsing?

2024-09-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-09-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

botsing

botsing - Zelfstandignaamwoord 1. het botsen Er was gisteren weer een frontale botsing op de snelweg. 2. een conflict of ruzie Zij kwamen weer eens in botsing met elkaar. Woordherkomst Naamwoord van handeling van botsen met het achtervo...

2024-09-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

botsing

botsing - zelfstandig naamwoord uitspraak: bot-sing 1. het met een klap tegen iemand aan stoten ♢ die botsing kwam hard aan Zelfstandig naamwoord: bot-sing de botsing de botsingen...

2024-09-18
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

botsing

Gevecht; vijandelijke ontmoeting; oorlog. Dit kan tussen elkaar vijandig gezinde legertroepen zijn maar ook tussen stakers en politie. Het WNT citeert o.a. A. Bergmann (Verspreide Schetsen en Novellen. 1875). Een ‘botsing’ lijkt minder dramatisch. Veel Javanen en Madurezen trokken naar Sulawesi en Kalimantan (op Borneo), wat de voorbije drie jaar t...

2024-09-18
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Botsing

Zie aanvaring.

2024-09-18
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Botsing

Men onderscheidt in de natuurkunde de elastische botsing, waarbij de kinetische energie voor en na de botsing gelijk is (b.v. biljartballen) en de niet-elastische botsing, waarbij de kinetische energie geheel of gedeeltelijk verloren gaat door de vervorming der lichamen (b.v. autobotsing).

2024-09-18
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

botsing

stamp; stryd.

2024-09-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Botsing

s., botsing, bats, boks; met iem. inkomen, immen yn ’e boegen rinne.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-09-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)