BIJWAGEN, in. (-s), wagen die bij den gewonen postwagen gevoegd werd, wanneer deze niet al de passagiers vervoeren kon;
— aanhangwagen, tweede wagen der electrische tram;
— een persoon die voor noodhulp gebruikt wordt: het Alg. Ned. Werkl.Verbond wordt door de socialisten een bijwagen der liberalen genoemd;
— (scherts.) bijvoegsel op een maand- of weekblad.