Gepubliceerd op 01-09-2018

Bespringen

betekenis & definitie

BESPRINGEN, (besprong, heeft besprongen), springen over hij kan die sloot niet bespringen;

— springende bereiken: eene hoogte niet bespringen kunnen;
onverhoeds aanvallen: zij werden door roovers besprongen; eene vesting bespringen;
— eene koe, eene merrie laten bespringen, laten dekken. BESPRINGER, m. (-s), aanvaller. BESPRINGING, v. (-en).

< >