Gepubliceerd op 01-09-2018

Beschaven

betekenis & definitie

BESCHAVEN, (beschaafde, heeft beschaafd), met de schaaf gladmaken;

— (fig.) een opstel, een gedicht beschaven, verbeteren;
— een volk beschaven, zedelijker maken, ontwikkelen;
— aan die kinderen valt nog veel te beschaven, op te voeden, te onderrichten. BESCHAVING, v. (-en), (zeew.) afbeiteling van een mast;
— (fig.) (een persoon, een volk) doen vooruitgaan in ontwikkeling van den geest en in de daarmede samengaande verfijning van de zeden;
— verbetering, verfijning, veredeling: de beschaving der zeden; de beschaving der Javanen; staan op een lagen, hoogen trap van beschaving; de brandpunten onzer moderne beschaving. BESCHAVER, m. (-s). BESCHAAFSTER, v. (-s), (eig. en fig.).