BERSTEN, (berstte, borst, is geborsten), vaneen-splijten; sterven (van dieren);
— (fig.) bersten van spijt, zeer veel spijt hebben;
— bersten van lachen, uitbundig lachen;
— (plat) zich te bersten loopen, zich kapot loopen (zeer veel loopen; tegen iets aan loopen en zich daarbij bezeeren). Zie BARSTEN