BELOKEN, bn. (deftiger dan) gesloten: mijne oogen waren even beloken, als
...;
— er beloken uitzien, er droefgeestig uitzien;
— beloken Paschen, de eerste Zondag na Paschen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: