BEDRAAIEN, (bedraaide, heeft bedraaid), (gew.) iem. in iets bedraaien, in iets halen, wikkelen;
— met iets bedraaid zijn of worden, in iets gewikkeld zijn, worden;
— bedraaid uitkomen, nadeel, schande ondervinden;
— een stuk hout bedraaien, er draaiende een vorm aan geven.