m. (...hazen), sneeuwhaas der Alpen (lepus timidus);
...HERDER, m. (-s);
...HOOI, o.;
...HOORN, m. (-s), blaasinstrument der alpenherders, meest van hout en wel 5 voet lang;
...JAGER, m. (-s);
...MEER, o. (...meren);
...PLANT, v. (-en), planten die alleen in ’t hooggebergte, op de Alpen voorkomen;
...ROOS, v. (...rozen), rhododendron;
...SPOORWEG, m. (-en), bergspoorweg door de Alpen,
...STOK, m. (-ken), bergstok, lange van onderen met eene ijzeren punt voorziene klimstok;
...TOP, m. (-pen);
...WEIDE, v. (-n).