Afwroeten (wroette af. heeft en is afgewroet), door wroeten en woelen losmaken en verwijderen van de plaats waar het zich bevindt: de mol heeft al de aarde van de wortels afgewroet;
— (w. g.) zich af wroeten, zich afmatten, uitputten door langdurig wroeten in allerlei beuzelingen ik heb geen lust mij op dat verdrietige werk langer af te wroeten.