Gepubliceerd op 31-08-2018

AFSTELLEN

betekenis & definitie

(stelde af, heeft afgesteld), (w. g.) (voorgenomen handelingen of beraamde plannen) besluiten dat zij niet uitgevoerd zullen worden of niet zullen plaats hebben, ervan afzien, vgl. afstel:

’t schijnt afstellen te wezen;
— (gew.) de boerderij, een paar koeien afstellen, afschaffen;
— (veroud. en Zuidn.) op willekeurige wijze iem. uit zijn ambt, zijne bediening of betrekking verwijderen, ontslaan, ; het tegenovergestelde van aanstellen (thans beter afzetten); de Vlamingen stelden al de ambtenaren af, welke door den graaf benoemd waren; hij stelde den Staatsraad naar zijn believen af en aan.

< >