Gepubliceerd op 31-08-2018

AFSPINNEN

betekenis & definitie

(spon af, heeft afgesponnen), (eene bepaalde hoeveelheid ruwe grondstof die tot draad gesponnen moet worden, als wol, vlas, hennep, ruwe zijde enz.) geheel spinnen het vlas, een bundel hennep afspinnen; zij heeft hare taak nog niet afgesponnen;

— een rokken afspinnen, al de grondstof die op het rokken gewonden is, spinnen;
— gedaan maken met spinnen; alles afdoen wat men te spinnen heeft: laten we eerst maar afspinnen;
— (eig.) (een draad van eene bepaalde lengte) door spinnen voltooien, afmaken in hoeveel tijd kunt ge een draad van die lengte afspinnen ?; (dicht, fig.) opnieuw is aan ’s levens draad een aandeel afgesponnen;
— (fig.) zijn levensdraad is afgesponnen, zijn einde is daar, hij gaat sterven; of wel: hij is gestorven;
—(fig.) (wegen, vaarten enz. die zich in verschillende richtingen uitstrekken en elkander doorkruisen evenals de draden van een weefsel, en daarom met een web of net worden vergeleken) alle geheel aanleggen en voltooien;
— (fig.) volbrengen, afmaken, voltooien mijne taak is afgesponnen;
— (eene reeks van handelingen) in de juiste volgorde volvoeren (dicht.): het wieltje wervelt op een draf, en spint eene gansche historie af, een blijspel in drie bedrijven;
— geheel ten einde brengen, naar het voorgenomen bestek volvoeren het gelukte hem niet zijn verraderlijk plan af te spinnen; (zegsw.) het is niet dl gewonnen, al is het afgesponnen;
— (zegsw. w. g.) die dat spel gerokkend heeft, mag (moge) het afspinnen, die den misslag begaan heeft, moet er ook de gevolgen van dragen.

< >