(sloop af, is afgeslopen), zich sluipend verwijderen, stil en ongemerkt heengaan hij sloop stilletjes van mij af; (dicht.) wie zal hem, als hij van dit tooneel afsluipt, een traan heiligen ?;
— stil en ongemerkt naar beneden gaan de kat sloop van den zolder af; de dief wist ongemerkt de trap af te sluipen.