AFSCHADUWING, v. (-en), het afschaduwen; eene afbeelding van iets, hetzij
— in den eigenlijken zin
— door het aftrekken der schaduw vervaardigd, hetzij
— bij uitbreiding
— slechts in omtrekken en hoofdlijnen geschetst, een schaduwbeeld : eene silhouet is niet meer dan eene afschaduwing van het gelaat;
— een schaduwbeeld, in fig. zin, van zichtbare en onzichtbare dingen, eene flauwe schets of gebrekkige nabootsing.