Gepubliceerd op 30-08-2018

Afraden

betekenis & definitie

AFRADEN, (ried af, raadde af, heeft afgeraden), (het tegenovergestelde van aanraden en in spreektaal gewoner dan ontraden), iemand af raden iets te doen, hem den raad geven het niet te doen: hij ried hem af goed geld naar kwaad geld te gooien;

— iem. iets afraden, hem den raad geven zich van die handeling te onthouden : hij ried haar die poging af;
— iem. iets afraden, hem raden het niet te doen, te plegen, te nemen, te kiezen, te koopen, te gebruiken enz. : zij raadt hem dat huwelijk ten sterkste af;
— ten einde toe raden : hij heeft alles afgeraden, en nog de goede oplossing niet gevonden;
— zich afraden, zich vermoeien door langdurig naar iets te raden. AFRADER, m. (-s). AFRAADSTER, v. (-s).

< >