AFPAREN, (paarde af, geeft afgepaard), in paren zich rangschikken, afzonderen;
— (Z. A.) afspraak maken tusschen parlementsleden van tegenovergestelde partijen om bij eene stemming evenveel leden van elke partij weg te blijven, zoodat dit op de kansen der partijen van geen invloed is. AFPARING, v. (-en).