Gepubliceerd op 24-02-2020

Afmatten

betekenis & definitie

Het begrip afmatten heeft 2 verschillende betekenissen:

1. afmatten - AFMATTEN, (matte af, heeft afgemat), voor zooveel noodig is met matwerk bekleeden : binnen hoeveel dagen kunnen die stoelen afgemat wezen?;
— de op het matraam gespannen mat (vloermat) afmaken: per week mat hij twee rollen af.

2. afmatten - AFMATTEN, (matte af, heeft afgemat), door te zware inspanning van lichaam of geest, door overmaat van arbeid, lijden of zorg, kwelling, verveling mat, zeer moe maken, uitputten: die examenstudie matte hem geheel af, zoodat hij ze opgaf; de koorts, het langdurige ziekbed heeft haar afgemat; door voortdurende zorgen en tegenspoeden afgemat, maakte hij een einde aan zijn leven; door den langen rit was het paard afgemat;
— (zegsw.) tot afmattens toe, zoo lang of zoo dikwijls, dat het ten laatste erg vermoeiend wordt;
— (in het krijgsw.) den vijand afmatten, door herhaalde marschen waartoe men hem uitlokt, of door gedurige aanvallen hem vermoeien, ongeschikt maken om op het beslissende oogenblik krachtig te handelen: groot is Wellington, waar hij in Spanje zijn vijand afmat;
— zich afmatten, zich door vermoeienis uitputten, door te zware inspanning van lichaam of geest, door overmaat van arbeid enz.: de geachte spreker matte zich af om zijne medeafgevaardigden voor zijn voorstel te winnen.