AFKRIJGEN, (kreeg af, heeft afgekregen), van eene hoogte afnemen, naar beneden krijgen met het doel om ze te gebruiken : krijg dat boek even van de plank af;
— (kleedingstukken, sieraden enz.) met moeite en inspanning erin slagen ze af te doen;
— ; met moeite en inspanning erin slagen iets van zekere plaats te verwijderen : zij kregen het vaartuig van de ondiepte af;
— iem. afkrijgen van een persoon, maken dat hij zich voortaan onthoudt van den omgang met hem : hij is van dat meisje niet af te krijgen;
— iem. af krijgen van iets, erin slagen om hem te ve wijderen; maken, dat hij eene gedachte, eene gewoonte, een voornemen enz. laat varen;
— erin slagen eene schuld, eene koopsom of een koopprijs enz. met een zeker gedeelte te doen verminderen : hij kreeg er eindelijk twintig gulden af;
— erin slagen iets van een ander voorwerp te scheiden : eindelijk kreeg ik er de kurk af (van de kruik);
— wegnemen, (door boenen, borstelen enz.): ik kan de vlakken van de deur, de spatten van de broek niet af krijgen;
— iets voltooid krijgen : het werk zullen zij vandaag afkrijgen;
— iets naar beneden brengen : hoe krijgen wij die kast van boven af ?