AFKEGELEN, (kegelde af, heeft afgekegeld), in het kegelen overtreffen ;
— door het kegelen winnen (een prijs);
— afmatten (door veel kegelen);
— (Zuidn.) afwerpen: noten, appelen af kegelen; (fig.) iem. afkegelen, hem zijne betrekking doen verliezen, hem er uit knikkeren.