Gepubliceerd op 30-08-2018

Afkeeren

betekenis & definitie

AFKEEREN, (keerde af, heeft en is afgekeerd), omwenden, afwenden : het hoofd afkeeren, de oogen afkeeren, de blikken afkeeren enz.; (dicht.) weer houden ;

— iem. van zich afkeeren, afweren ;
— een stoot enz. afkeeren, verhinderen te treffen;
— een gevaar, ongeval van iem. afkeeren, het van hem afwenden door er zich tegen te verzetten;
— zich afkeeren van iem. of iets, zich ervan afwenden, zoodat men ze niet meer aanziet;
—(bijb.) teruggaan, achterwaarts treden en daardoor zich ervan verwijderen : omdat gij u afgekeerd hebt van den Heere;
— (fig.) (van eene handeling) laten varen, er mede ophouden;
— (zegsw.) zich van de wereld afkeeren, eenzelvig leven, niet meer met de menschen omgaan.