Gepubliceerd op 30-08-2018

Afdruk

betekenis & definitie

AFDRUK, m. het afdrukken, de daad van afdrukken;

— (-ken), vorm, beeltenis, plaat, prent, kopie enz., door afdrukken verkregen : een af druk van een zegel in was, pijpaarde enz.;
— een exemplaar : van eenig druk- of plaatwerk;
— (fig.) beeld, beeltenis, zinnelijke voorstelling van iets, dichterlijk voor afdruksel. AFDRUKJE, o. (-s), een exemplaar van een artikel in krant of tijdschrift geplaatst, afzonderlijk overgedrukt.