verbeuren
verbeuren - Werkwoord 1. (ov) het recht op iets verliezen ♢ Hij verbeurde daarmee zijn leven. Woordherkomst Afgeleid van beuren met het voorvoegsel ver-
Wiktionary (2019)
verbeuren - Werkwoord 1. (ov) het recht op iets verliezen ♢ Hij verbeurde daarmee zijn leven. Woordherkomst Afgeleid van beuren met het voorvoegsel ver-
Van Dale Uitgevers (1950)
(verbeurde, heeft verbeurd), 1. (w. g.) vertillen, verzetten: die kist is haast niet te verbeuren ; 2. tot straf, ingevolge enige schuld, overtreding of wangedrag verliezen : zijn recht, zijn goede naam, iemands vertrouwen verbeuren ; treurend om verbeurd geluk (Staring); - er is niet veel aan verbeurd, er gaat niet veel mee v...
M. J. Koenen's (1937)
verbeurde, h. verbeurd (verliezen): iems. achting verbeuren; er is niet veel aan verbeurd.
Jozef Verschueren (1930)
(vər'beurən) (verbeurde, heeft verbeurd) [→ beuren] 1. naar een andere plaats overdragen. 2. verliezen, veelal door onverstand of wangedrag : iemands achting -; er is niet veel aan verbeurd. → leven. 3. verbeurdverklaren ; zijn pand-. 4. erin vervallen: een boete -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(verbeurde, heeft verbeurd), voor straf verliezen: zijn recht, zijn goede naam, iemands vertrouwen verbeuren; er is niet veel aan verbeurd, er gaat niet veel mee verloren.
J.Pluim (1911)
hier is ver weg, en beuren is dragen (zie beuren), dus: wegdragen; verliezen; vgl. op verbeurte van — op verlies van.
J.H. van Dale (1898)
VERBEUREN - (verbeurde, heeft verbeurd), van de plaats verzetten, overdragen naar eene andere plaats: die kist is haast niet te verbeuren; — verliezen (door wangedrag of lichtzinnigheid): zijn recht, zijn goeden naam, iemands vertrouwen verbeuren; — er is niet veel aan verbeurd, er gaat niet veel mede verloren; — boete verbeuren...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: