Wat is de betekenis van VERBEUREN?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verbeuren

verbeuren - Werkwoord 1. (ov) het recht op iets verliezen Hij verbeurde daarmee zijn leven. Woordherkomst Afgeleid van beuren met het voorvoegsel ver-

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verbeuren

v., forbarre.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verbeuren

(verbeurde, heeft verbeurd), 1. (w. g.) vertillen, verzetten: die kist is haast niet te verbeuren ; 2. tot straf, ingevolge enige schuld, overtreding of wangedrag verliezen : zijn recht, zijn goede naam, iemands vertrouwen verbeuren ; treurend om verbeurd geluk (Staring); - er is niet veel aan verbeurd, er gaat niet veel mee v...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verbeuren

verbeurde, h. verbeurd (verliezen): iems. achting verbeuren; er is niet veel aan verbeurd.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verbeuren

(vər'beurən) (verbeurde, heeft verbeurd) [→ beuren] 1. naar een andere plaats overdragen. 2. verliezen, veelal door onverstand of wangedrag : iemands achting -; er is niet veel aan verbeurd. → leven. 3. verbeurdverklaren ; zijn pand-. 4. erin vervallen: een boete -.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verbeuren

(verbeurde, heeft verbeurd), voor straf verliezen: zijn recht, zijn goede naam, iemands vertrouwen verbeuren; er is niet veel aan verbeurd, er gaat niet veel mee verloren.

2024-04-23
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Verbeuren

hier is ver weg, en beuren is dragen (zie beuren), dus: wegdragen; verliezen; vgl. op verbeurte van — op verlies van.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERBEUREN

VERBEUREN - (verbeurde, heeft verbeurd), van de plaats verzetten, overdragen naar eene andere plaats: die kist is haast niet te verbeuren; — verliezen (door wangedrag of lichtzinnigheid): zijn recht, zijn goeden naam, iemands vertrouwen verbeuren; — er is niet veel aan verbeurd, er gaat niet veel mede verloren; — boete verbeuren...