AARTSKANSELIER, m. (-s, -en), titel der drie geestelijke keurvorsten van Mainz, Trier en Keulen;
— titel van een der voornaamste Grootwaardigheidsbekleeders in het eerste Fransche Keizerrijk;
— Aartskanselier van den Heiligen Stoel, Grootkanselier aan het Pauselijke Hof.