Gepubliceerd op 30-08-2018

Aartskanselier

betekenis & definitie

AARTSKANSELIER, m. (-s, -en), titel der drie geestelijke keurvorsten van Mainz, Trier en Keulen;

— titel van een der voornaamste Grootwaardigheidsbekleeders in het eerste Fransche Keizerrijk;
— Aartskanselier van den Heiligen Stoel, Grootkanselier aan het Pauselijke Hof.

< >