Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verwarren

betekenis & definitie

(verwarde, heeft verward),

1. onordelijk door elkaar voeren of brengen, in de war brengen : garen verwarren; iemands haar verwarren ; de Heer verwarde de spraak der ganse aarde (Gen. 11 : 9); — iemands hoofd, zinnen verwarren, maken dat hij niet goed meer denken kan ; — passief: in iets verward raken, er in allerlei richtingen in vast raken, eig. en fig.; ook wederk.: het paard verwarde zich in de strengen ; hij verwarde zich in zijn uiteenzettingen, in zijn rede, raakte in de war ;
2. (pers. of zaken) met elkander verwarren , de of het een voor de of het ander nemen : u verwart hem met zijn broer; zijn Vlaamse tijdgenoot Josse de Momper heeft werken geschilderd die met de zijne (die van Seghers) verward worden:
3.in verlegenheid brengen, verlegen maken : met zoveel lof zult gij hem verwarren.