v. (-en),
1. het verwachten: in gespannen verwachting : buiten verwachting, anders dan men verwacht had ; — in blijde verwachting zijn, zwanger ;
2. dat wat men verwacht : Rij heeft mijne verwachting als enen boom weggerukt (Job 19 : 10); de verwachtingen overtreffen ; aan de verwachting beantwoorden ;
3. hoop, uitzicht: de beste verwachtingen omtrent, van iets, iem. hebben.