Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verwachten

betekenis & definitie

(verwachtte, heeft verwacht),

1. wachten op, tegemoet zien, rekenen op, denken dat iets of iem. komen zal: tijding, bericht verwachten; toen ik het goede verwachtte, zo kwam het kwade (Job 30 : 26); zijt gij degene, die komen zou, of verwachten wij enen anderen? (Matth. 11 : 3); ik had je niet meer verwacht; regen, sneeuw verwachten ;
2. voorzien of mogelijk achten dat iets gebeuren zal of zich op zekere wijze zal ontwikkelen: dat was te verwachten ; veel van iemand verwachten ; dat had. ik van u niet verwacht, gedacht; — veel van iets verwachten, denken dat de zaak zich goed en voorspoedig zal ontwikkelen ;
3.(van een vrouw) een kleintje, een baby verwachten, daarvan zwanger zijn ;
4. de bet. rekenen op nadert soms tot willen, begeren: ik verwacht, dat gij uw best zult doen ; (in negat. zin) accepteren, verdragen: ik verwacht van u geen aanmerkingen.