Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vervullen

betekenis & definitie

(vervulde, heeft vervuld),

1. vol maken, geheel vullen : ï penseel had ook, naast leerrijk schrift, elk open ruim vervuld (Staring); zij vermeerderden en werden gans zeer machtig, zodat het land' met hen vervuld iverd (Exod. 1:7); inz. oneig., met betr. tot gevoelens, gedachten, enz. : zij waren vervuld met de Heilige Geest; hun harten werden met liefde vervuld; dat vervulde zijn hart met blijdschap; — hij was er geheel van vervuld, dacht aan, sprak over niets anders ; — de eeuw is van zijn naam vervuld, wordt er door beheerst; — geheel doordringen : de sfeer van genegenheid die dit huis vervulde;
2. (pass., van de tijd) zijn volle duur bereiken : de tijd van Elizabeth werd vervuld (Luc. 1 : 57); mijn tijd is nog niet vervuld;
3. (het voorspelde) verwezenlijken : dit is geschiedt opdat de Schriften der Profeten zouden vervuld worden (Matth. 25 : 56); de voorspelling is vervuld geworden,
4. betrachten,nakomen ,voldoen:zijn beloften vervullen, doen wat men beloofd heeft; — zijn plicht vervullen , doen waartoe men gehouden is ;
5. bewaarheiden, verwezenlijken: zijn hoop is niet vervuld; iemands wensen vervullen, bevredigen :
6. een ambt, een betrekking vervullen, bekleden ; — iemands plaats vervullen, hem vervangen.