Wat is de betekenis van VERVULLEN?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vervullen

vervullen - Werkwoord 1. (ditr) het (doen) uitkomen van een voorspelling of belofte Hij vervulde daarmee wat hij eerder toegezegd had. 2. (ov) geheel vullen of doortrekken De heerlijke geur vervulde het gehele gebouw. Woordherkomst afge...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vervullen

vervullen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-vul-len 1. het in de praktijk brengen ♢ hij vervult een moeilijke functie 2. werkelijkheid laten worden ♢ al mijn wensen werden vervuld ...

2024-04-24
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

vervullen

1. het voorspelde verwezenlijken. 2. zijn volle duur bereiken.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vervullen

v., forfolje, -folie; een ambt —, in plak bisette.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vervullen

(vervulde, heeft vervuld), 1. vol maken, geheel vullen : ï penseel had ook, naast leerrijk schrift, elk open ruim vervuld (Staring); zij vermeerderden en werden gans zeer machtig, zodat het land' met hen vervuld iverd (Exod. 1:7); inz. oneig., met betr. tot gevoelens, gedachten, enz. : zij waren vervuld met de Heilige...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vervullen

vervulde, h. vervuld (1 eig. vol maken; 2 verwezenlijken; 3 bekleden; 4 nakomen; ten volle doen; 5 vervangen): 1. zij waren vervuld met of van den H. Geest, er vol van zijn, Hand. 4 : 8, 13 : 9; van angst vervuld; 2. zijn hoop is nu vervuld, bevredigd; 3. een betrekking vervullen; 4. zijn plicht vervullen; 5. iems. plaats vervullen.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vervullen

(vervulde, heeft vervuld), 1. vol maken, geheel vullen: hij was er geheel van vervuld, dacht aan, sprak over niets anders; de sfeer van genegenheid die dit huis vervulde; 2. verwezenlijken: de voorspelling is vervuld; 3. nakomen, voldoen aan: zijn beloften vervullen; 4. verwezenlijken: iemands wensen vervullen, bevredigen; 5. een ambt vervullen...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)