(vergastte, heeft vergast),
1. onthalen : iem. op een fijn diner vergasten; ook van onstoff. zaken en dan veelal iron.: hij heeft ons op een redevoering vergast', — zich aan iets vergasten, er met smaak van eten of drinken, ofwel op andere wijze zich er genoegen aan verschaffen;
2. het tij vergast, komt te laat.