Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onthalen

betekenis & definitie

(onthaalde, heeft onthaald),

1. iem. ontvangen als gast, hem trakteren: de schoolkinderen werden onthaald op krentenbroodjes en chocola.
2. (fig.) vergasten op, ten deel doen vallen: de dames onthaalden het gezelschap op een quatre-mains; — (iron.) iem. op een boetpredikatie, op een pak slaag onthalen.