bn. bw. (verder, verst),
1. onbepaalde aanduiding van de afstand van een punt tot een ander, meest tot een als doel genoemde plaats, inz. als een af te leggen weg : hoe ver is het van hier naar Utrecht? van Leiden naar Haarlem is verder dan naar Den Haag; dit punt ligt iets verder ; laten we nog een eindje, verder gaan; je hebt te ver gegooid-; zo ver het gezicht reikt, zo ver men zien kan (hierbij wordt vaak aan een grote afstand gedacht, maar niet noodz.); — tot hiertoe en niet verder, gij moogt niet voort gaan, meest oneig. met betr. tot handelingen gebezigd ; — te ver gaan (lfg.), de perken te buiten gaan ; overdrijven, te hoge eisen stellen enz.; — (spr.) niet verder kijken dan zijn neus lang is, kortzichtig zijn, niet nadenken ; — zo ver zijn, tot het genoemde punt gevorderd (met betr. tot handelingen en toestanden); nu is het zo ver, nu is de toestand ingetreden die voorspeld of verwacht was ; — zo ver zijn we nog niet, daar zijn we nog niet aan toe ; — en zo verder, enzovoorts;
2. door een grote tussenruimte gescheiden, verwijderd, afgelegen: het verre Oosten; naar verre landen trekken; Rotterdam ligt. niet ver van Den Haag; — heinde en ver, dichtbij en ver weg, overal; — (spr.) wie van verre komt, heeft goed liegen, kan gemakkelijk allerlei vreemde, zonderlinge dingen vertellen ; — beter een goede buur dan een verre vriend; — soms met versterkende herhaling: misschien moest ik mee naar een ver-ver land (II. de Vries); 3. (zich uitstrekkend) over een grote afstand : een verre weg, reis, tocht; zo ver kan ik niet lopen ; ver in zee ; — op verre afstand, op grote afstand; — dat geweer draagt ver, kan over een grote afstand kogels schieten; van verre, in of uit de verte ;
4.in oneig. toepass., waarbij niet van een ruimtelijke afstand sprake is: ver in een boek zijn, het voor een groot deel gelezen, bestudeerd hebben ; — hij is ver in geschiedenis, in het Duits, weet er veel van : — ver met iets komen, er flink mee vooruitkomen ; — het is ver met hem gekomen, hij is sterk achteruitgegaan, diep gezonken; — hij heeft het ver (in de wereld) gebracht, heeft veel fortuin gemaakt, een hoge positie bereikt; — (Zuidn.) niet ver denken, peinzen, niet vooruitzien ; — dat is ver beneden de prijs, veel lager dan de gewone prijs ; —dat is nog ver te zoeken. dat is nog lang niet verwezenlijkt; — die vergelijking, verklaring is ver gezocht, ligt niet voor de hand, is er met de haren bijgesleept; — ik denk er in de verste verte niet aan, in het geheel niet ; — een verre bloedverwant, verre familie, niet nabestaande ; — hij is verre van rijk, knap, slim, helemaal niet, eer het tegendeel; — ik heb op verre na geen honderd gulden , het verschilt nog zeer veel; — iets ver beneden zich achten, zichzelf er te goed voor achten ; — het zij verre van mij hem te willen grieven, dat was in ’t geheel mijn bedoeling niet ;
5. (spr.) het is nog ver van zingen, wij kunnen de uitslag nog niet verzekerd achten; —
in betrekking tot de tijd, ter aanduiding van een onbepaald tijdsverloop van zeker punt af: hoe ver is zijl t.w. met haar zwangerschap gevorderd; — meest in de vergr. trap ter aanduiding van een voortgang in de tijd of van een volgorde; zie Verder; — (5. heids ver in de tijd, de tijd (het seizoen) is reeds-voor een goed deel verstreken; — ver boven de vijftig zijn, diep in de vijftig.